Meteen naar de inhoud

Zes blinden en een olifant

    De parabel van “zes blinden en een olifant” is een verhaal dat in Hindoestaanse, Boeddhistische, Jaïnistische en Soefistische teksten is beschreven.  Dit verhaal laat zien dat het reuze handig is om met elkaar te praten en vooral om naar elkaar te luisteren…  Zo andere perspectieven te leren kennen, meer kanten van de olifant te ontdekken en het geheel in beeld te krijgen.

    Een olifant in de stad

    Er was een stad waar alle inwoners blind waren. Op een dag kwam de koning met hofhouding en leger naar de stad. De koning reed op een olifant. De blinden waren nieuwsgierig. Zes van hen snelden de koning op zijn olifant tegemoet en probeerden door te voelen er achter te komen wat de olifant was.

    De eerste botste direct tegen de flanken en viel: ”De olifant is een soort muur van klei die in de zon gebakken is”.

    De tweede voelde een slagtand en riep: ”Wat kan er zo rond en scherp zijn? De olifant moet een speer zijn!”

    Toen kwam de derde blinde dichterbij, greep per ongeluk de slurf en zei: “Aha! De olifant lijkt een slang.”

    Daarna kwam de vierde blinde die de knie van de olifant voelde. Die zei: “De olifant moet wel een boom zijn!”

    De vijfde blinde raakte een oor van de olifant en zei: ”Het is overduidelijk dat de olifant een waaier is.”

    De zesde blinde voelde een slingerende staart en zei: “Ik weet het al, de olifant is een touw.”

    Wat is nou een olifant?

    Toen ze terug kwamen bij de andere blinden vertelden de zes blinden allemaal wat ze gevoeld hadden, wat de olifant volgens hen was. Zonder te luisteren naar wat anderen vertelden. Ze gingen steeds harder praten, en steeds meer door elkaar heen om anderen te overtuigen. Ze waren immers allemaal zelf bij de koning op de olifant geweest, hadden het zelf meegemaakt en echt gevoeld. Niemand begreep er iets van en kon zich voorstellen hoe de olifant eruit zag, wat een olifant is en wat er gebeurd was.

    Pas in dialoog komt het geheel in zicht

    De moraal van het verhaal is dat een olifant, het geheel te groot is om door 1 mens te bevatten. Dat iedereen maar een beperkt beeld heeft, een stukje van de olifant kan waarnemen. Dat verschillende mensen, perspectieven nodig zijn om met elkaar zicht op het geheel te krijgen. Alleen door naar iedereen te luisteren, proberen te begrijpen wat een ieder heeft gevoeld, ervaren kunnen we de olifant in beeld krijgen. Alleen door open te staan voor andere zienswijzen, perspectieven en te ontdekken wat anderen hebben ervaren krijgen we zicht op het geheel. Kan een breder bewustzijn ontstaan, dieper (in)zicht en kunnen we verder kijken dan onze neus lang is.